2.5. De vijfde vaardigheid: Klassenmanagement

De leerkracht is de spin in zijn web. Hij is de manager van zijn groep. Zijn organisatie- en coördinatievermogen bepalen veel van zijn resultaten op leergebied en sociaalemotioneel gebied. Zijn communicatie, zijn controle en de leiding die hij geeft staan aan de basis van zijn functioneren. Geen kleine opgave! Het gebruik van goede regels en routines is onontbeerlijk voor een goed pedagogisch klimaat. De leerling weet dan waar hij aan toe is, voelt zich veilig en durft zich te ontwikkelen. Regels en routines worden vastgesteld en consequent toegepast op groepsniveau, maar vormen ook schoolbreed een organisch geheel: niet te veel en niet te weinig. In de groepen gelden (op hoofdlijnen) dezelfde regels en routines. Voor bijzaken blijft er wel voldoende persoonlijke ruimte. De inrichting van het klaslokaal hoort eveneens bij het klassenmanagement. Het levert een belangrijke bijdrage aan een goed werkklimaat. Door het tactisch plaatsen van kasten, tafels en stoelen ontstaat een functionele, werkbare opstelling of een sfeervolle ruimte waarin de leerlingen het best gedijen. Vragen kunnen zijn: Welke groepsopstellingen zijn mogelijk en welke pas ik toe bij deze groep? Hoe wijzig ik snel de groepsopstelling? Een ander onderwerp is het organiseren van eff ectieve leertijd. Een goed tijdbeheer geeft uiteindelijk veel tijdwinst. Goed plannen is een vereiste. Dit onderwerp geldt zowelop individueel niveau als op groepsniveau. In elke groep zijn verbetermogelijkheden aanwezig. Als apart onderwerp kan hierbij het omgaan met combinatiegroepen worden genoemd. Hoe kan ik met een goede organisatie komen tot een eff ectief gebruik van de beschikbare tijd? Binnen het klassenmanagement is het inzetten van School Video Interactie Begeleiding (SVIB) een krachtig middel. (Net als bij het activeren en het werken aan pedagogisch klimaat). Op schoolniveau kan worden nagedacht over de inzet van vrijwilligers (ouders). In hoeverre willen we daar gebruik van maken? En wat laten we ze wel/niet doen? Waar liggen voor hen mogelijkheden? Wat zijn de kaders waarbinnen zij opereren? Onder wiens verantwoordelijkheid vallen zij? Dezelfde vragen kunnen gesteld worden bij de inzet van specialisten (bijv. van een schoolbegeleidingsdienst of van een so-school). Waarbij is de school gebaat? Welke fysieke en facilitaire ruimte (uren) moeten zij hebben? Wat zijn valkuilen bij dit onderwerp?

Wat kunnen goede bouwstenen (scholingsonderwerpen) zijn bij deze vaardigheid?