3.2. Effectieve Instructie

3.2.1. Als we gebruik maken van het model ‘Efectieve Instructie’ (ook wel genoemd ’Directe Instructie’) bij kleuters, zijn enkele kanttekeningen noodzakelijk. Het is niet zinvol om de fase van inoefening in de grote kring (klassikaal) plaats te laten vinden. Dit gebeurt effectiever tijdens het zelfstandig werken in de kleine kring of aan een instructietafel. Hier kunnen specifi eke kennis en vaardigheden beter worden geoefend. Ook komen allerlei interactieve activiteiten daar veel beter tot hun recht door grotere betrokkenheid. Bij de kleuters moet niet altijd instructie gegeven worden in de grote groep. Veel instructie kan dan plaats vinden in kleinere instructiegroepjes. Daarom is voor de groepen 1 en 2 een aangepast ‘Model Effectieve Instructie’ met bijbehorende checklist gemaakt. (Bijlage 4 en 5.)

3.2.2. Voor de leerkrachten van groep 1 en 2 is het (naast het model Effectieve Instructie) ook belangrijk om gebruik te maken van de zgn. ‘Responsieve Instructie’. Bij deze instructievorm gaat het om ondersteuning van individuele leerlingen, o.a. door individuele aandacht en gesprekjes over opdrachten of vrij gekozen activiteiten. Hiermee vergroot de leerkracht de vrijwillige aandacht en interesse van kinderen voor werk of spel en wordt de betrokkenheid sterk verhoogd. Het gaat dus om interacties tussen leerkracht en leerling, waar beide zowel op elkaar reageren, als naar de ander toe initiatieven nemen. Deze instructievorm sluit aan bij de basisbehoeften van de kleuter en versterkt het competentiegevoel van het kind. Ook is de Responsieve Instructie uitermate geschikt om gemakkelijk afgeleide kinderen te ondersteunen en veiligheid te bieden. De leerkracht laat merken dat zij vertrouwen heeft in de mogelijkheden van het kind. dit vertrouwen kan door het kind omgezet worden in zelfvertrouwen. Vooral kinderen die niet aandachtig met hun werk of spel bezig zijn, hebben behoefte aan complimenten en waardering. Zij worden door de positieve feedback van de leerkrachten in hun goede gedrag bevestigd. Deze positieve feedback is welgemeend en niet routinematig. Aan het kind wordt uitgelegd wat goed ging en waarom de leerkracht dat waardeert. Dit mag niet verward worden met beloningen, die maken kinderen juist afhankelijk. Door deze werkwijze stimuleert de leerkracht de kinderen om actief te zijn en bevordert ze het plezier in het ontdekken van nieuwe dingen. Tijdens de gesprekjes reageert de leerkracht inhoudelijk op de inbreng van de kinderen en stelt ze open vragen. Zo kan de leerkracht mogelijkheden creëren om samen met hen begrippen en relaties te verkennen. Vooral kinderen met weinig zelfvertrouwen hebben baat bij deze aanpak. (Zie bijlage 3.)

3.2.3. Mogelijke keuzen om aan dit onderwerp te werken: