1.2. Bijbels vertrekpunt

Onze mensvisie in het algemeen en de visie op het kind in het bijzonder geldt ook het jonge kind 1 . Het kind dient primair gezien te worden als mens met een eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van God. Alle wezenskenmerken van de mens gelden het jonge kind, maar krijgen wel een specifi eke invulling. De eigenheid van de mens (en dus ook van het kind) heeft zijn oorsprong in de schepping. Er wordt in Genesis 1:31 duidelijk uitgesproken dat de grote verscheidenheid van de schepping goed is: ‘En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed.’ Daarom is het onze plicht om in ons onderwijs optimaal tegemoet te komen aan de eigenheid van elk kind. Hierbij wordt gestreefd naar het bieden van een passend onderwijsaanbod voor elk kind, dat is gericht op hun cognitieve vermogen, hun mogelijkheden en hun behoeften, zodat ieder kind zijn of haar geschonken scheppingsgaven optimaal kan ontwikkelen.

1:Wij gaan uit van het mens- en kindbeeld zoals o.a. verwoord wordt in ‘Kleine geschiedenis van de gereformeerde gezindte’, ds. M. Golverdingen.