3.3. Belonen en straffen

3.3.1. Algemeen


Belonen en straff en zijn middelen bij uitstek om gedrag te sturen, en te bouwen aan
een goed pedagogisch klimaat. De begrippen ’belonen’ en ‘straff en’ zijn voluit bijbels en
worden daar veel gehanteerd. Daarmee gaan we nog niet uit van het gedragstheoretisch
standpunt dat alles maakbaar is, integendeel. In zijn algemeenheid geldt dat beloond
gedrag wordt versterkt, en bestraft gedrag zal afnemen.


3.3.2. Belonen


Er wordt onderscheid gemaakt in een viertal soorten beloningen. De eerste soort is de
materiële beloning. Denk hierbij aan een snoepje, een cadeautje, of geld. Een tweede
soort is de ruilbeloning. Dat is te vergelijken met een spaarsysteem. Het kind krijgt een
punt, een krul, een aantekening op een lijstje. Deze punten e.d. zijn later in te ruilen tegen
een beloning. Als de spaarkaart vol is, wordt de beloning uitgekeerd. De derde soort is de
activiteitenbeloning. Dan mag het kind mee vissen, even opblijven, mee naar de stad e.d.
Tenslotte noemen we de sociale beloning. Een aai, een knipoog, een schouderklopje, een
prijzend woord, een bemoediging.
Deze laatste soort is een heel eff ectief middel. Het kind krijgt positieve aandacht.
het geniet ervan. Het moge duidelijk zijn dat gebruik van de positieve controle hier
thuis hoort. (Zie hiervoor hoofdstuk 3.2.) Het eff ect is dubbel, want het goede gedrag
wordt versterkt, en de sfeer wordt prettiger. Sociale beloningen versterken ook het
zelfvertrouwen van het kind en zijn gevoel van eigenwaarde. Het is bovendien een sterk
middel tegen faalangstige gevoelens: een machtig wapen om te strijden voor een goed
pedagogisch klimaat!
Materiële beloningen zijn niet verkeerd, maar moeten met mate worden toegepast. Niet te
vaak, en niet te lang. Het moet niet ontaarden in een ‘uitbetaling’ of leiden tot berekenend

gedrag. Activiteitenbeloningen kunnen heel goed werken. ‘Als je je snel uitkleedt en je
kamer opruimt, zal ik nog even voorlezen.’ Ook hier een dubbel eff ect: het kind doet snel
zijn pyjama aan en ruimt zijn kamer op. Bovendien is het heel goed om heerlijk knus met
moeder op de bank nog even te luisteren naar haar voorlezen (het sociale aspect). Het is
niet moeilijk dit voorbeeld te vertalen naar de schoolsituatie.


3.3.3. Straffen


Zoals boven al gezegd, is straff en de spiegelzijde van belonen, eigenlijk een negatieve
beloning. Ook het begrip ‘straf’ is voluit bijbels. Wees niet als Eli! Ook bij het straff en
zijn vier soorten te onderscheiden: materiële straf (geen snoepje), ruilstraf (strafpunten),
activiteitenstraf (strafwerk) en sociale straf (boos zijn). Wel spelen hier enkele nadelen
mee. Zoals de sociale beloning de band versterkt, zo zal de sociale straf de relatie onder
druk zetten. Het kind kan zich terugtrekken. Ook bestaat het gevaar van zinloze escalatie.
Dat alles neemt niet weg dat het soms nodig is om te straff en. Enkele richtlijnen hierbij.
Is het zo dat de overtreden gedragsregel duidelijk is? Begrijpt het kind de relatie tussen
gedrag en straf? Pas de straf zo snel mogelijk toe. Een straf moet zo kort mogelijk duren.
En vooral: een straf moet meestal gevolgd worden door een gesprek. Dat evalueert het
bestrafte gedrag en geeft herstel in de relatie. Als het goed is, is straff en gericht op het
ontwikkelen van moreel besef, zodat het kind tot het inzicht komt wat goed is.
Samenvattend is de beste manier van belonen en straff en een bemoedigende, strafarme
benadering.