3.4. Gebruikmaking van instrumenten

Bij het werken aan de bovenstaande vaardigheden kan de leerkracht gebruik maken van verschillende hulpmiddelen. Hieronder worden een aantal instrumenten genoemd, alsmede enkele andere mogelijkheden om te werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en het daardoor bouwen aan een goed pedagogisch klimaat.

3.4.1 Pedagogisch leerlingvolgsysteem

 

Het is een wettelijk vereiste om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen te volgen. Scholen worden geacht daarbij een erkend signaleringsinstrument te gebruiken. Hiervoor zijn verschillende pedagogisch leerlingvolgsystemen ontwikkeld. Op alle scholen van onze regio wordt gebruik gemaakt van ‘ParnasSys'. Op veel scholen wordt ook gebruik gemaakt van het daaraan gekoppelde ‘Zien’ of het leerlingvolgsysteem ‘Kijk’. Deze instrumenten zijn te gebruiken op groepsniveau en op individueel niveau. Naast signalering draagt het ook materiaal aan voor nadere analyse en biedt bovendien suggesties voor het schrijven van een handelingsplan. Het biedt de voordelen van de papieren versie (signalering en concrete advisering) en digitalisering. Vanuit kwalitatief oogpunt wordt dit van harte aanbevolen. Voor handelingssuggesties kan ook gebruik worden gemaakt van de website: www.sociaalemotioneel.nl

Het is belangrijk dat de school duidelijke afspraken maakt over de afname van het instrument: Wanneer wordt het afgenomen? Wat doen we met de resultaten? Wat doen we met uitvallende leerlingen? Wijden we hier een bespreking aan per bouw of team? etc. Het zijn vragen die concreet beantwoord moeten worden. De uitkomsten van het pedagogisch lvs dienen immers mede om knelpunten op te sporen en klassikaal of individueel hulp te bieden aan die kinderen die uitvallen op sociaal-emotioneel gebied. Voor een goede ondersteuningsstructuur is dit signaleringsinstrument een belangrijk hulpmiddel. De gebruikte cyclus is gelijk aan andere ondersteuning: signaleren, analyseren, handelen en evalueren, ofwel: kijken, denken, doen.

3.4.2. Gebruik van sociogram

 

Het sociogram wordt nog steeds op een aantal scholen gebruikt. (Ook hiervoor is een programma opgenomen in ParnasSys.) Dit instrument is niet voldoende om de sociaalemotionele ontwikkeling te volgen. Het kan echter wel goede diensten bieden als hulpmiddel om de sociale structuur van een groep in kaart te brengen. Als additief instrument is het daarom goed te gebruiken. Wel geldt ook hier dat er iets met de uitkomsten moet worden gedaan.

3.4.3. Gebruik van een sova-methode

 

Het is niet verplicht, maar wel gangbaar dat de school een methode gebruikt om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen te stimuleren. Sinds kort zijn voor het basisonderwijs ook onderwijsdoelen voor sociale competentie geformuleerd. De school verplicht zich aan deze doelen te werken. De inspectie zal de vraag stellen wát de school doet om het werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling gestalte te geven en dringt aan op een erkend instrument. Daarbij is het invoeren en gebruiken van een sova-methode een zeer goede aanzet. De meeste methoden werken op drie gebieden: het aanleren van kennis van sociaalemotionele begrippen, het aanleren van een juiste attitude en het aanleren van sociale vaardigheden. De kracht van een methode ligt onder andere in het preventieve karakter. Middels gerichte lessen kan gewerkt worden aan het ontwikkelen van de sociale competenties van het kind. Binnen onze regio gebruiken de meeste scholen de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Maar ook in het gebruik van een sovamethode geldt: De leerkracht maakt het verschil!

3.4.4. Ondersteuningsprofiel

 

Alle scholen hebben met de invoering van Passend onderwijs de beschikking over een ondersteuningsprofi el. Dit profi el is tevens een instrument om aan te geven welke ondersteuning een school kan geven en welke niet. Het om kunnen gaan met bepaalde zorgleerlingen heeft sterke invloed op het pedagogisch klimaat binnen de groep. Binnen de regio Noordoost van het samenwerkingsverband Berséba is gebruik gemaakt van de orthobeelden van het AVS. Deze orthobeelden zijn uitgewerkt in een beschrijving per orthobeeld waarin verschillende rubrieken worden uitgewerkt: begripsomschrijving, ondersteuningsbehoefte van leerling, leerkracht en school. Het gaat om de volgende orthobeelden:

  1. Kinderen met een visuele beperking (waaronder blindheid).

  2. Kinderen met een auditieve beperking.

  3. Kinderen met een communicatieve beperking (waaronder ESM-ASM).

  4. Kinderen met een verstandelijke beperking (waaronder zwakbegaafd, Down).

  5. Kinderen met een lichamelijke beperking (waaronder Mytyl, etc.).

  6. Kinderen met een lichamelijke beperking (waaronder epilepsie).

  7. Kinderen met psychiatrische problemen: ADHD.

  8. Kinderen met psychiatrische problemen: stoornissen in het autistisch spectrum.

  9. Kinderen met psychiatrische problemen: hechtingsstoornis.

  10. Kinderen met psychiatrische problemen: depressief gedrag.

  11. Kinderen met psychiatrische problemen: angststoornissen.

  12. Kinderen met werkhoudingsproblemen: faalangst.

  13. Kinderen met werkhoudingsproblemen: concentratie.

  14. Kinderen met werkhoudingsproblemen: motivatie.

  15. Kinderen met maatschappelijke problemen.

  16. Kinderen met rekenproblemen (waaronder dyscalculie).

  17. Kinderen met lees- en spellingproblemen (waaronder dyslexie).

  18. Hoogbegaafde kinderen (waaronder gedragsproblemen).

Voor een nadere beschrijving van de begrippen basisondersteuning en extra ondersteuning verwijzen wij naar het regionale uitwerkingsdocument van het landelijke ondersteuningsplan, paragraaf 4.4.

3.4.5. Sociaal - emotionele bibliotheek

 

De meeste scholen beschikken over enige literatuur aangaande de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Dit materiaal is vaak wat versnipperd en fragmentarisch. Daarom zou een eenvoudige, geordende, toegankelijke databank nuttig zijn. Een eigen hoekje op de plank van de personeelsbibliotheek is de eerste stap. Daar staan alle boeken over dit onderwerp bijeen. Zowel de algemene boeken over de sociaal-emotionele ontwikkeling, als de boeken over de aanpak van sociaal-emotionele problematiek. Ook kan er in de orthotheek een aparte plank hiervoor ingeruimd worden. Daarnaast is het goed enkele mappen te vullen met praktische informatie over veel voorkomende gedrags- en werkhoudingsproblemen. Hierbij valt te denken aan faalangst, agressie, ADHD, PDD-NOS, autisme, sociale angst, concentratieproblemen, motivatieproblemen, problemen bij rouw en verdriet etc. Er is een voorbeeld van een school die de sociaal-emotionele bibliotheek ook openstelt voor ouders.