1.4. Doel of middel

Het vergroten van de zelfstandigheid van de leerling is enerzijds een doel op zichzelf. Als voorbereiding op de maatschappij moet de leerling leren om zijn taken zo zelfstandig mogelijk uit te voeren. Het besef dat hij hiertoe in staat is, vergroot zijn zelfredzaamheid en welbevinden sterk. Leerlingen die niet genoeg gestimuleerd worden om dingen zelf te doen, zijn niet gewend om verantwoordelijkheid te dragen. Bij het instrumenteel eigen maken van deze vaardigheden kan er tijdelijk sprake zijn van een doel op zich. Zelfstandigheid binnen het onderwijs is een middel op instrumenteel niveau, dus voorwaarden scheppend. Het moet ergens toe leiden en is geen doel op zichzelf. Het leidt dan tot een inhoudelijk en omschreven doel. Het ontbreken van dit laatste kan leiden tot een valkuil. Als het leerdoel achter de horizon verdwijnt, is men soms tevreden met de goed verlopen procedures. Maar was er ook sprake van een groter leereff ect, dat deze organisatievorm rechtvaardigt? Een andere valkuil is de verwarring van zelfstandigheid met ‘aan het lot overgelaten’. Ook bij zelfstandig werken en leren is toezicht en leiding noodzakelijk. Een wet uit de natuurkunde leert dat elk proces dat aan zichzelf wordt overgelaten alleen maar kwalitatief minder wordt. Deze wet geldt ook in het onderwijs. Daarom zou in dit verband gesproken moeten worden van begeleide zelfstandigheid.