3.5. Differentiatie

3.5.1. Inleiding Dit is het belangrijkste onderdeel van het Zwols Model voor kleuters. Hoe kunnen we in de praktijk van het lesgeven tegemoet komen aan de verschillen per kleuter? Als kleuters op school komen, zijn ze allemaal verschillend, zowel door omgevingsfactoren als door ontwikkelingsfactoren.

3.5.2. Daarom is het goed van meet af aan informatie in te winnen over het kind door middel van:

3.5.3. Algemene aandachtspunten voor differentiatie bij kleuters We moeten tegemoet komen aan de verschillen in ontwikkeling. Het kleuteronderwijs is hiervoor uitermate geschikt en het ontwikkelingsgericht onderwijs biedt rijke kansen. We noemen hieronder een aantal algemene aandachtspunten:

3.5.4. Kleuters met een vertraagde ontwikkeling Het gaat hier gewoonlijk om twee groepen kinderen. Of om kleuters met een rugzakje (bijvoorbeeld een kind met Downsyndroom) of om kleuters die al een verwijzing sbo hebben, maar nog niet kunnen worden toegelaten op de sbo-school. Over het algemeen moeten deze kinderen zoveel mogelijk meedoen met het gewone klassenprogramma. Alleen als dit écht niet gaat moet een aangepast programma worden aangeboden. Hierbij zijn de diensten van een onderwijsassistent zeer nuttig. Het aangepaste programma moet weldoordacht zijn, omschreven in handelingsplannen en aansluiten op de (didactische) behoeften van het kind. De concrete invulling van dit programma is zeer leerlingspecifi ek. Algemene aandachtspunten zijn hier:

3.5.5. Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong Als uit observaties en registratie blijkt dat het kind zich sneller ontwikkelt dan gemiddeld, moet extra uitdaging geboden worden. Hierbij gaat het niet om het eindproduct, maar om het leerproces! Bij kleuters spreken we niet zo snel over hoogbegaafdheid, omdat de ontwikkeling vaak hink-stapsprongsgewijs gaat. Een voorsprong kan slechts tijdelijk blijken te zijn. Ook kan de voorsprong zich beperken tot één ontwikkelingsgebied. Dit neemt niet weg dat deze kinderen (tijdelijk) wel extra uitdaging nodig hebben.

We noemen de volgende mogelijkheden voor begeleiding van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, eerst een aantal vormen, vervolgens een aantal voorbeelden:

Als blijkt dat verrijking op bovenstaande werkwijze niet voldoende is, kan overwogen worden verdergaande maatregelen te nemen, bijvoorbeeld versnelling (het overslaan van één groep). We pleiten hierbij voor grote terughoudendheid. Versnellen kan alleen als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

Versnelling kan het best vroeg plaatsvinden. We noemen de mogelijkheid om in april over te gaan van groep 1 naar groep 2. Dan wordt de groei naar groep 3 nog meegemaakt met de nieuwe klas. Ook kan groep twee worden overgeslagen. Een kind dat geen uitdaging krijgt, wordt lusteloos of hopeloos vervelend. Een kind dat geen aansluiting heeft bij groepsgenootjes wordt vaak ten onrechte gezien als iemand bij wie de sociaal-emotionele ontwikkeling achter zou zijn.

3.5.6. Zorg bij kleuters Soms blijkt het nodig om kleuters extra ondersteuning te bieden. We noemen hieronder enkele aandachtspunten/uitgangspunten voor een goede ondersteuning:

3.5.7. Vastleggen van de verschillende differentiatievormen Op veel scholen wordt gekozen voor het model Handelings Gericht Werken (HGW). (Niet te verwarren met de zeven uitgangspunten HGW.) Deze manier van denken en werken biedt houvast bij het plannen van activiteiten en laat tegelijkertijd genoeg ruimte om in te spelen op het initiatief van kinderen. Het geeft ook de gelegenheid om op een gestructureerde en eenvoudige manier vast te leggen op welke manier de differentiatievormen ingezet worden. Dit kan per thema verschillend zijn. Tevens biedt het een overzicht bij de overdracht naar de volgende leerkracht. Per jaar doorloopt de leerkracht de cyclus HGW per thema, met bijbehorende stappen:

Zie ook bijlage 8: een voorbeeld groepsplan differentiatie.

3.5.8. Mogelijke keuzen om aan dit onderwerp te werken: