6.2. Deelvaardigheden
Adequaat samenwerken houdt dus in, dat kinderen communicatief en oplossingsgericht handelen. Dat betekent dat ze kennis en vaardigheden ontwikkelen die horen bij het uitvoeren van taken. We noemen daarbij de onderstaande deelvaardigheden:
-
De leerling heeft sterke communicatieve vaardigheden. (Aandachtspunten bij de onderlinge communicatie zijn: elkaars naam noemen, elkaar aankijken, en dóórvragen.)
-
De leerling beschikt over de benodigde inzet en motivatie.
-
De leerling kan plannen en organiseren.
-
De leerling houdt zich aan de afgesproken regels.
-
De leerling kan overleggen en afspraken maken.
-
De leerling kan omgaan met culturele, maatschappelijke en karakterverschillen.
-
De leerling kan oplossingen zoeken en vinden.
-
De leerling kan omgaan met ruzie en leert confl icten oplossen.
-
In dit verband wijzen we ook op de basisprincipes van het GIPS-model: 1. Gelijkwaardige deelname, 2. Individuele verantwoordelijkheid, 3. Positieve wederzijdse afhankelijkheid, en 4. Simultane interactie (hoeveel kinderen zijn actief bij de les betrokken)