7.4.6. Verslaglegging

De leerkracht dient bij te houden welk extra werk een leerling maakt. Maar dit mag niet ontaarden in een complete boekhouding. Het is voldoende als in een schrift / map / bestand wordt bijgehouden waarin wordt aangegeven wat een kind aan extra stof heeft gedaan. Hierbij wordt genoteerd:
• Wat het kind heeft gedaan (welk werkboekje).
• Datum van uitgifte.
• Datum van inlevering.
• Beoordeling d.m.v. plus & min of een smiley, eventueel met een korte opmerking.