7.5.7. Communicatie

7.1. Met het kind
Het is belangrijk om met het kind zelf te praten en het te betrekken bij de beslissing om in
het vijfde niveau te werken. Zo wordt de leerling eigenaar van het leerproces en is hij er
ook verantwoordelijk voor. De leerkracht begeleidt hem daarbij.
De leerkracht geeft regelmatig feedback op het werk van deze kinderen. Het is aan te
bevelen om het kind gelegenheid te geven iets van zijn werk te presenteren in de groep.
Terwijl de leerling met de leerkracht evalueert hoe zijn werk vordert, stuurt de leerkracht
bij op de pedagogische ontwikkelingsaspecten (AntrAciet).
De behoefte van begaafde leerlingen ligt vooral op het terrein van de
persoonlijkheidsontwikkeling. Een uitgangspunt kan zijn de lijst ‘Pedagogische
ontwikkelingsaspecten’ (AntrAciet). Deze lijst dient van boven naar beneden doorlopen te
worden. Eérst moet het kind in staat zijn om zijn eigen emoties te kennen. Pas daarna kan
het kind geleerd worden het zelfbeeld te beschouwen en bij te stellen. Het is goed om het
welbevinden van het kind te volgen en samen te evalueren.
7.2. Met de ouders
Het is noodzakelijk om de ouders op de hoogte te stellen van het feit dat hun kind gaat
werken met andere lesstof. Afstemming met de thuissituatie is wenselijk.
7.3. Met IB’er, HB-specialist, team en MT
Als een kind in het vijfde niveau werkt, is het aan te bevelen om met een
leerlingbespreking een rondje te maken waarbij elke leerkracht kort kan aangeven hoe het
met deze leerlingen gaat. Eventuele knelpunten kunnen dan aan de orde komen.