2.1. Het stellen van vragen

Het stellen van de juiste vragen verhoogt de betrokkenheid van de leerlingen aanzienlijk. Het prikkelt de leerling tot meedenken en voorkomt dat hij wegzakt in een passieve leerhouding. Daarmee wordt de eff ectiviteit van het leerproces sterk verhoogd. Er bestaan veel soorten vragen. In bijlage 1 (‘soorten vragen’) wordt een opsomming gegeven. Per type vraag worden ook de voor- en nadelen genoemd. Er is daarbij geen sprake van een waardering. Zo is bijvoorbeeld de gesloten vraag in principe niet minder krachtig dan de open vraag. Soms is een gesloten vraag zelfs noodzakelijk. Op de vraag wat de hoofdstad is van Frankrijk, kan de leerling maar één antwoord geven. De leerkracht kan het gegeven antwoord op zo’n gesloten vraag echter wel doorspelen naar andere leerlingen om daarmee het kritisch denken te stimuleren, de betrokkenheid van de andere leerlingen te verhogen en de betrokkenheid op elkaar (sociaal aspect) te vergroten. De interactieve leerkracht maakt dus afwisselend gebruik van verschillende soorten vragen en doet een appèl op de andere leerlingen om actief mee te denken en te reageren. In zijn algemeenheid geldt, dat gezocht wordt naar de hoogste mate van interactie en betrokkenheid. Afwisseling is daarbij belangrijk. Wel moet de leerkracht ervoor zorgen dat er vaart in de les blijft zitten. Hij moet dus geen stroperig proces op gang houden waarbij getrokken wordt aan de leerlingen, tot zij eindelijk het antwoord geven dat de leerkracht zoekt. Het blijft een zaak van voortdurend afwegen en keuzes maken in een levend proces. In bijlage 2 vindt u verschillende tips en valkuilen bij het stellen van vragen.