7.1.8. Welke materialen
8.1. Rekenen
-
8.1.1. Cijferhaai (www.tbraams.nl/www.lexima.nl) Met Cijferhaai software kunnen kinderen met rekenproblemen oefenen met getalbegrip en rekenvaardigheid. Via allerlei speelse manieren leren de kinderen werken met verschillende rekenonderwerpen. Het programma begint met tellen en ordenen en loopt door tot ingewikkelde thema’s. Er zijn allerlei vaardigheden die bij rekenzwakke kinderen kunnen uitvallen: getalbegrip, korte duurgeheugen, aandacht en concentratie, sequentievaardigheid en automatisering. De spelletjes geven de mogelijkheid om vaardigheden te oefenen die van belang zijn voor het leren rekenen.
-
8.1.2. Maatwerk (www.malmberg.nl) Maatwerk rekenen is een multimediaal remediërend rekenprogramma dat bestaat uit vijf delen met elk een map en een computerprogramma. Het is in eerste instantie bedoeld voor leerlingen vanaf groep 3 in het basisonderwijs die achterblijven in de elementaire rekenvaardigheden. Voor leerlingen in het speciaal onderwijs of leerlingen die vastlopen in de bovenbouw van het basisonderwijs kan het als totaalprogramma worden gebruikt. Ook kan het als extra oefening voor alle leerlingen worden gebruikt. Een Routeboekje biedt houvast bij de selectie en planning van de leerstof.
-
8.1.3. Hulpboek Rekenen voor kleuters en Hulpboeken Rekenen en Wiskunde groep 3 t/m 6 (CITO). Kleuters: Uitgewerkte activiteiten per categorie om met zwakke leerlingen vaardigheden te oefenen. Groep 3 t/m 6: Acht losse mappen (twee per groep). Rekenen-Wiskunde Verouderd, bij nieuwe toetsen komen handelingssuggesties in de toetsmap. Analyse | Opgaven om strategieën die een leerling gebruikt in beeld te brengen. Oefening | Didactische materialen, uitgewerkte lessen en kopieerbare observatiebladen om bij zwakke rekenaars rekenvaardigheden te stimuleren.
-
8.1.4. Rekensprint (www.schoolsupport.nl) Rekensprint Start is een remediërend programma voor het oefenen van hoeveelheidsbegrip, getalbegrip, tellen en de bewerkingen tot 10 en tot 20 binnen het tiental. Het is ontwikkeld voor kinderen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs (België: buitengewoon onderwijs) die extra oefening met de voorbereidende rekenvaardigheden en het rekenen tot 10 en tot 20 nodig hebben. Daarnaast oefent Rekensprint Start het tellen en getalbegrip tot 20. Rekensprint Start oefent kort maar krachtig en leidt tot het automatiseren van het rekenen tot 20 binnen het tiental. Naast Rekensprint Start bestaan ook de programma’s Rekensprint en Rekensprint Extra, rekentrainingen volgens dezelfde aanpak maar dan gericht op het automatiseren van een ander getalbereik.
-
8.1.5. Met sprongen vooruit (J. Menne) Het betreft een effectief wetenschappelijk bewezen reken-wiskundeprogramma voor groep 1 t/m 8. Dit programma kenmerkt zich door de reken-wiskundedidactiek in kleine tussenstapjes te beschrijven zodat een leerkracht elke leerling met rekenen vooruit kan helpen. Voor de leerkracht geeft het een totaaloverzicht op de rekenleerlijnen en krijgt het handvatten in de vorm van oefeningen en spellen om zowel interactief klassikaal les te kunnen geven als aan een individu op een specifi ek rekendomein. Door de leerlingen worden de spellen en oefeningen als leuk en betekenisvol ervaren waardoor het plezier in rekenen zienderogen toeneemt. Ze mogen bewegen en eigen producties maken wat de betrokkenheid enorm versterkt. Deze positieve wisselwerking tussen inhoud en vorm zorgt ervoor dat dat resultaten bij leerlingen die les krijgen op basis van ‘Met sprongen vooruit’ direct omhoog gaan.
8.2. Taal
Het gaat veeleer om aanpassingen in bestaande methodes. In het SBO (Eliëzerschool- Zwolle) wordt gebruik gemaakt van de methode Taalverhaal.
8.3. Spelling
-
8.3.1. Woordenhaai (www.tbraams.nl/www.lexima.nl.) Woordenhaai dyslexiesoftware biedt kinderen de unieke combinatie van het werken aan duidelijke leerdoelen en het spelen van computerspelletjes. Met het programma kunnen vaardigheden die van belang zijn voor het lezen en spellen worden geoefend. Ideaal voor extra oefening, zowel thuis als in de klas. Woordenhaai is zeer geschikt voor kinderen van 6-14 jaar met dyslexie.
-
8.3.2. Spellingsprint (www.schoolsupport.nl) Spellingsprint is een kant-en-klaar RT-pakket voor het automatiseren van spellingscategorieën. Het doel van dit pakket is het automatiseren en inslijpen van de spellingcategorieën van groep 4 en 5, zodat leerlingen auditief aangeboden woorden uit het hoofd kunnen opschrijven.
-
8.3.3. Hulpboeken Spelling Groep 3 t/m 8 (CITO) Zwakke spellers en leerlingen die op één of enkele categorieën laag scoren. Katern per groep, toe te voegen aan de leerkracht map. Spelling Analyse | Controledictees om vast te stellen of een leerling een categorie voldoende beheerst. Voor groep 3: Fonemendictee en Toets Auditieve analyse. Oefening | Aanwijzingen voor de leerkracht, suggesties voor oefenvormen en verwijzingen naar remediërend materiaal om zwakke spellers specifi eke categorieën te laten oefenen.
-
8.3.4. Remediërend spellingprogramma (www.remediering.nl/Giralis)) Pakket bedoeld voor leerlingen met spellingproblemen bij het schrijven van onveranderlijke woorden. De spellingkennis wordt systematisch en expliciet aangeboden en ingeoefend. Leerlingen worden getraind in het volgen van een strategie die moet leiden tot het schrijven van het juiste woordbeeld. Kan voor het grootste gedeelte zelfstandig verwerkt worden. Handleiding bevat diagnostische toets, waarvan de gegevens om te zetten zijn in een specifi ek handelingsplan. Er is een onderverdeling gemaakt in vijf spellingsstrategieën. Deel 1 bevat handleiding en regelwoorden, deel 2 luisterwoorden en weetwoorden en deel 3 lettergroep woorden en net-als-woorden.
-
8.3.5. Zelfstandig spellen (Bekadidact) Remediërend pakket voor spelling van onveranderlijke woorden voor taalzwakke kinderen. Het betreft een herziene versie van het gelijknamige pakket ‘Zelfstandig spellen’. Aan de 32 bestaande woordpakketten (spellingcategorieën) zijn voorbereidende pakketten voor klankzuivere woorden en herhalingspakketten toegevoegd. Er is een A- en B-niveau voor respectievelijk het leren van een woordpakket en het toepassen van moeilijker woorden. De werkboekjes zijn vervangen door kopieermappen. Bij elk woordpakket is een geluidscassette verkrijgbaar t.b.v. auditieve ondersteuning.
-
8.3.6 Spelling in de Lift Plus (Thiememeulenhoff ) De methode bevat de gehele basisschoolleerstof voor het spellen van onveranderlijke woorden. De methode is te gebruiken als basismethode en als remediërende spellingmethode. Onderdelen van de methode kunnen ook naast een taalmethode gebruikt worden. De leerstof is onderverdeeld in acht niveaus. In de werkboeken is de basisstof opgenomen; de kopieerbladen bevatten extra stof en keuze stof. De methode bevat een leerlingvolgsysteem. T.o.v. ‘Spelling in de lift’ bevat deze versie minder werkboeken en meer mogelijkheden voor differentiatie d.m.v. kopieermateriaal.
8.4. Lezen
-
8.4.1. Protocol Leesproblemen en Dyslexie ( Expertisecentrum Nederlands) In deze protocollen staan veel verwijzingen naar speciale leesprogramma’s, uiteraard toegesneden op maat. De nieuwe protocollen (groep 1 en 2, groep 3, 4 en 5 t/m 8) zijn als afzonderlijke, leerkrachtgerichte jaargroep katernen verschenen. Leerkrachten kunnen zo direct aan de slag met het protocol voor hun eigen groep. De protocollen geven informatie over het onderkennen en signaleren van lees- en spellingproblemen en dyslexie en over de kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs. Er is ruime aandacht voor het vaststellen en aanpakken van (hardnekkige) lees- en spellingproblemen zowel in als buiten de groep
-
8.4.2. Samen beter lezen (CPS, 1999) In Samen beter lezen (een programma voor kinderen van groep 4 tot en met groep 8 (CPS) ondersteunt een tutor een leerling. Het kan hier gaan om een ouder, maar ook om een vlotte leerling. Er moet minstens twee AVI-niveaus verschil zijn. De doelen zijn: het ontwikkelen van meer zelfvertrouwen, vloeiender lezen, meer gebruik van de context, meer zelfcorrectie, betere leesaccuratesse, en betere fonetische vaardigheden.
-
8.4.3. Speciale leesbegeleiding (Luc Koning) – Malmberg BV Een methodeonafhankelijk orthodidactisch programma waarmee de leerkracht gerichte begeleiding kan geven aan kinderen die bij de leesontwikkeling belemmeringen ondervinden. Het aantal leesbladen (basis- en plusbladen) en het aantal leesbegeleidingstechnieken zijn uitgebreid, onder andere met technieken ten behoeve van kinderen met dyslexie.
-
8.4.4. Remediërend programma begrijpend lezen (Giralis Groep, De Zuid-Vallei) Het programma geeft leerlingen inzicht in het lezen en begrijpen van teksten. Met het remediërend programma Begrijpend Lezen kunt u kinderen individueel of in groepjes uitgebreide instructie aanbieden over hoe zij het beste een tekst kunnen aanpakken Kinderen kunnen op verschillende (technische) leesniveaus oefenen om teksten te leren begrijpen.
-
8.4.5. ELLO - (CPS; Effectief leren lezen ondersteuningsprogramma) Specifi ek begeleidingsprogramma, met name gericht op de positieve begeleiding met gerichte begeleidingstechnieken.
-
8.4.6 Klipper reeks (uitgeverij Heutink) Bedoeld voor zwakke lezers op de basisschool en het speciaal onderwijs. De gebeurtenissen spelen zich in chronologische volgorde af. Het aantal personen in het boek is bewust beperkt gehouden. De zinnen zijn kort. Overdrachtelijk taalgebruik is vermeden. Het aantal moeilijke woorden is zorgvuldig gewogen. Diverse boeken uit serie 1 t/m 5 zijn op leessnelheid ingesproken op een cd. ‘Klipper’ is verdeeld in drie leeftijdscategorieën:
-
Groen: vanaf 8 jaar - AVI E3 t/m E5
-
Rood: vanaf 10 jaar - AVI M4 t/m M6
-
Blauw: vanaf 12 jaar - AVI E4 t/m E5
-
8.4.7. Leesbalans leesserie (uitgeverij Delubas) Een serie leesboeken voor kinderen met leesproblemen en dyslexie (AVI M3 t/m E6). Er is aandacht voor woordtypen, leesbegrip en woordenschat. Het betreffen dunne boekjes met een kort verhaal. Door meelees-cd’s wordt een beroep gedaan om de leessnelheid te verhogen. Leesbalans leesserie compleet bevat set 1, set 2 en de map met verwerkingsbladen. Dit houdt in: 2x 64 leesboekjes op AVI-niveau M3 t/m E6 (telkens 8 titels per AVI-niveau), 2 handleidingen, 12 meelees-cd’s waarop alle verhalen zijn ingesproken door kinderen én een map met verwerkingsbladen bij iedere titel uit de serie.
-
8.4.8 Computerprogramma’s (zie www.lexima.nl ) -
-
bouw is een computer-ondersteunende interventie, ontwikkeld voor de beginfases van het leren lezen (groep 2 t/m 4). Bouw bestaat uit twee delen: Bouw-Start en Bouw-Verder. Bouw-Start is gericht op kinderen die moeite hebben met voorbereidend lezen, het aanleren van klank-teken koppelingen en het samenvoegen van de klanken tot een woord. Dit programma is goed geschikt om thuis mee te werken. Bouw-Verder is bedoeld voor kinderen die in groep 3 een vertraagde leesontwikkeling doormaken. Met dit deel werken kinderen vooral op school samen met een tutor en kunnen ze thuis extra oefenen.
-
Klankie . Dit programma bestaat uit een softwareprogramma en een toetsenbord. Alle klanken staan op een aparte toets op het toetsenbord en worden direct uitgesproken. Met de klanken kunnen kinderen woorden maken. Klankie herkent de ingetypte woorden, spreekt ze uit en ondersteunt ze met foto’s. Door deze unieke combinatie leren kinderen spelenderwijs de Nederlandse taal.
-
Kurzweil 3000 is de meest uitgebreide voorleessoftware die er op dit moment is. Bij Kurzweil gebeurt alles in de eigen software omgeving van het programma. Alle documenten die de gebruiker wil voorlezen moeten worden geopend binnen Kurzweil. Dit geldt ook voor het schrijven van documenten. Binnen het programma is een grote verscheidenheid aan functionaliteiten beschikbaar. Door de nieuwe programma omgeving zal de gebruiker meer tijd moeten investeren om vaardig te worden met het programma. Kurzweil is te gebruiken in het basis-, voortgezet, hoger beroeps-/wetenschappelijk onderwijs.
-
Sprint helpt bij lees-, schrijf- en spellingproblemen. Sprint biedt passende ondersteuning bij de specifi eke problemen waar dyslectici mee worstelen. Niet alleen met voorlezen van teksten. Maar ook met een fonetische uitspraak bij spellen, een unieke woordvoorspeller (Skippy) en spellingcontrole die rekening houden met typisch dyslectische fouten en uitgebreide uitleg met plaatjes bij homofonen (woorden die hetzelfde klinken, maar anders worden geschreven). En niet te vergeten dat met Sprint (voorbewerkte) schoolboeken in de juiste volgorde worden voorgelezen en vreemde woorden in een tekst in de juiste taal worden uitgesproken.
-
8.4.9 Ondersteunende programma’s
-
Connect Het totale programma Connect bestaat uit drie afzonderlijke delen, namelijk Connect Klanken en Letters, Connect Woordherkenning en Connect Vloeiende Lezen. In de midden- en bovenbouw is Connect Vloeiend Lezen een bruikbaar programma. Connect is een zeer gestructureerd programma. Om maximaal effect te hebben moet het programma voldoende vaak en nauwkeurig worden uitgevoerd in de voorgeschreven stappen. Zie voor meer informatie over de Connect-programma’s: Dyslectische kinderen leren lezen (Smits & Braams, 2006). De draaiboeken bij het programma zijn te vinden op de website www.masterplandyslexie.nl (> producten).
-
Ralfi is een programma voor leerlingen die de spellende leeshandeling (grotendeels) beheersen, maar langdurig te traag blijven lezen en niet komen tot het niveau van automatisering. De centrale doelen van RALFI zijn: verhogen van het leesniveau en vloeiend lezen. Een leescyclus wordt ingezet vanaf instructieniveau AVI-M3, maar ook bij leerlingen die dit niveau nog niet halen op grond van tempoproblemen. Dit programma wordt ingezet als een leerling niet meer gemotiveerd is om te lezen en te langzaam vordert (minder dan 1 AVI instructie per jaar). De leerling komt niet tot zelfstandig lezen en het maakt te weinig leeskilometers. Verder heeft deze leerling instructieniveau M3 gehaald of anderhalf jaar leesonderwijs gehad. Het kind moet wel alle letters kennen en minimaal AVI start instructieniveau hebben. Meer informatie is te vinden op www.ralfi lezen.nl
-
Leeskliniek Dit wordt ingezet als een leerling geen boeken op zijn niveau kan stillezen. Zijn stil- leestempo is even laag of lager zijn hardop leestempo. Bij minder dan 100 woorden per minuut, komt het leesbegrip moeilijk tot stand. Vaak kosten moeilijke, complexe woorden minder moeite dan korte woorden.
-
Tutotlezen De leerlingen met ernstige leesproblemen kunnen worden gekoppeld aan een leesmaatje met een hoger leesniveau (liefst minimaal twee AVI-niveaus hoger). De leerlingen lezen samen uit één boek om de beurt een stukje tekst. De goed lezer ondersteunt zijn maatje door bijvoorbeeld woorden voor te zeggen en (positieve) feedback te geven. I.p.v. tutor-lezen kan de leerkracht er ook voor kiezen om zelf de tekst voor te lezen; de leerlingen lezen mee en wijzen bij.